Parma, 11 juni 2009.
In Piacenza hebben we besloten niet verder te lopen, omdat we deze stad volgend jaar gemakkelijk kunnen bereiken als startpunt voor deel IV. Daarom bezoeken we, als toetje, het naburige Parma, een stad die we graag eens wilden zien. Morgen begint de terugreis naar huis.
We zijn helemaal verslingerd geraakt aan de Via Francigena. Het heeft wel wat om een echte pelgrimsroute te lopen als sluitstuk van een door onszelf aan elkaar geknoopte keten van paden. Bovendien zie je dan ook nog eens een andere pelgrim (niet te veel, gelukkig, als we dat hadden gewild hadden we naar Santiago de Compostela moeten lopen).
Waar ontmoet je andere pelgrims? Natuurlijk op het punt waar iedereen langs moet: de oversteek van de Po. Al in het jaar 990 reisde aartsbisschop Sigeric van Canterbury naar de paus in Rome. Op het punt waar hij de Po overvoer staat een gedenksteen en het is nog altijd hier dat de pelgrim wordt overgezet. Wanner je hem tijdig waarschuwt komt veerman Danilo Parisi met zijn boot om je naar de overkant te varen. Het is een dienst alleen voor pelgrims, geen geregelde veerboot.
Maar wat is tijdig? Op de bewuste middag, toen wij de steiger naderden, ongeveer een uur van tevoren, wilden we hem bellen. Helaas gaf ons boekje een verkeerd nummer. Toch maar doorlopen, in het dorp Corte Sant'Andrea, bij de steiger, moest een café zijn. De waardin keek een beetje zuur. We hadden de veerman immers gisteren al moeten waarschuwen! Ze wilde wel proberen nog te bellen. Wat bleek - de man was de hele dag op pad en de kans dat hij later die avond ons nog op zou pikken, leek erg klein. Gelukkig bood de waardin ons toen een lift aan naar het naburige dorp Orio Litta, waar we in een hospitium konden overnachten.
Later die avond hebben we Danilo toch nog bereikt. 'Kom om half 1, dan is er een andere pelegrina.' En inderdaad, de volgende dag troffen we bij de steiger Saskia, een kordate Nederlandse, een paar maanden eerder van Rotterdam vertrokken, met korte blonde haren en een gezellige babbel. Ze had de veerman 2 dagen geleden al gebeld.
Er kwam nog een pelegrino aangelopen. Het was Danny, een aanvankelijk wat zwijgzame Belg, die zich ontpopte tot een smeuig verteller met goesting aan lekker eten en drinken na de dagelijkse ontberingen. Zijn rugzak was bijkans groter dan hijzelf en werd bekroond met 2 paneeltjes zonnecellen.
Even na half 1 kwam Danilo aangetuft met zijn boot. We pasten er met zijn vieren plus rugzakken precies in. Toen, in volle vaart, over de Po, naar de steiger aan de overkant, enkele kilometers stroomafwaarts. De rivier leek hier wel de Amazone met dichtbegroeide oevers aan beide zijden. Bij het uitladen van de rugzakken vertilde Johannes zich bijna aan die van Danny - de man liep met minstens 20 kilo van Lokeren naar Rome!
Dit jaar hoeven we 's ochtends niet na te denken wat we aan zullen trekken. Het is iedere dag weer voor korte broek en T-shirt, met temperaturen tussen de 25 en 30 graden. Regen hebben we maar 2 x gehad, op de tweede dag in de Alpen en enkele bui op dag 1 van de Via Francigena. Op dag 2 op de Via Francigena moesten we stormen trotseren met rukwinden die ons bijna van de weg bliezen. Her en der lagen afgewaaide takken en geknakte bomen. Later hoorden we dat er in Milaan, 40 km noordelijker, zelfs doden waren gevallen door de storm.
Na enkele uren lopen en met de ogen vol stof hielden we het voor gezien in het plaatsje Santa Cristina, waar we voor het eerst kennismaakten met het fenomeen hospitium, de gratis onderkomens voor pelgrims op weg naar Rome (donaties welkom). In de luwte van het gebouw was net een voetbalcompetitie gaande. Het was een drukke boel met de kleedkamer naast die van ons.
De weg naar Piacenza was geen pretje. We liepen langs een drukke autoweg tussen bedrijven, benzinestations en militaire terreinen de stad in. Het hotel dat we op het oog hadden, lag aan de andere kant van het centrum. Na nog anderhalf uur lopen en zoeken bleek het dicht te zijn! De moed zonk ons in de schoenen, alternatieven hadden we niet. We klampten een voorbijganger aan. Het was een vriendelijke jonge pater die aanbood ons naar de jeugdherberg te rijden, een aanbod dat we in dank hebben aangenomen. Ook de pater glom van blijdschap om de goede daad die hij kon verrichten.
Met weemoed laten we nu de tocht en de vele warme ontmoetingen onderweg, achter ons. Ook de lezer van deze stukjes zal weer even geduld moeten hebben. Tot dan: Salve!
donderdag 2 juli 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten