dinsdag 29 juli 2008

Aflevering 11

Colmar, 20 juni 2008.

Moest de vorige keer in Straatsburg alles nog beginnen, nu zijn we in Colmar aangekomen, de fraaie hoofdstad van de Elzas. Inmiddels hebben we de Vogezen achter ons gelaten, die we samen met onze vrienden Anneke en Marcel doorkruist hebben. De etappes van ruim 20 km per dag waren langer dan we vorig jaar gewend waren, en ook zwaar, doordat we voortdurend berg op, berg af moesten. We klommen en daalden gemiddeld zo'n 1000 m per dag met een bepakking van zo'n 8 kilo per persoon.

Het weer liet de eerste dagen zwaar te wensen over. In Schirmeck, waar we de wandeling langs de GR5 hervatten, was het even slecht als vorig jaar aan het eind, met een hele dag regen. Daarna knapte het langzaam op en momenteel is het zonnig en heet. Bij Schirmeck overnachtten we in een gite met fraai uitzicht over de Vogezentoppen. De romantische sfeer werd helaas ruw verstoord door het gebulder van skelters op een nabijgelegen racebaan.

Hier maakten Anneke en Marcel hun opwachting die per auto uit Deventer waren gekomen. In de gite serveerde men flammenkuchen totdat we er kogelrond bij neervielen.

De volgende dag liepen we, gehuld in regenkleding, naar Le Hohwald. Onderweg kwamen we langs het voormalig concentratiekamp Struthof, een indrukwekkende ervaring.
Na een natte tocht vonden we tot onze verrassing een gastvrije herberg waar we ons konden warmen aan een groot bord "potage de randonneurs" (wandelaarssoep). Daarna brak de zon door.

In Le Hohwald overnachtten we in een auberge. Aan de stamtafel in de gelagkamer lieten we ons het welverdiende bier goed smaken. De Duitstalige uitbaters waren wel erg star: we mochten er niet bellen, de krant werd ons geweigerd, en de deur ging resoluut op slot om 9 uur. De Elzas is een merkwaardige mengeling van Duitse Gründlichkeit en Franse joi-de-vivre. De plaatsnamen zijn Duits maar worden op zijn Frans uitgesproken.

De volgende dag passeerden we de prehistorische "murs païen" met hun kolossale stenen zonder metselwerk, die ons aan de muren van de Inca's in Peru deden denken en het fraaie klooster Saint Odile met prachtige kapelletjes vol kleurrijke muurschilderingen. In het pittoreske vakwerkdorpje Andlau overnachtten we als enige gasten in het grote hotel Au Canon dat beter tijden had gekend. Een dame op leeftijd runde de zaak nog, maar voor hoe lang?
De dag daarna beklommen we in de mist de top van de Ungersberg van ruim 900 meter. Johannes steeg boven zichzelf uit en bereikte als eerste de top waar hij werd begroet door een Vlaams ontvangstcomité.
De gite-d'etape in Chatenois was kaal en ongezellig, maar een broedend paartje ooievaars vergoedde veel. We zagen "le Match" Italië-Frankrijk in een dubieuze nachtclub met morsige zakenlieden. Het was opvallend hoe weinig enthousiasme de Elzassers voor "les Bleues" toonden, die dan ook roemloos ten onder gingen.

Hierna klaarde het weer op. Na de klim vanuit Chatenois streken we neer op een terras bij de "Montagne de Singes", de Apenheul op zijn Elzassers. Vervolgens klommen we naar het majestueuze kasteel Haut Koenigsbourg, een topattractie gezien de busladingen toeristen. De afdaling naar Ribeauvillé over een steil rotspad was erg mooi maar ook zeer zwaar, met fantastische uitzichten over het Rijndal met schilderachtige dorpjes vol rode pannendakjes. We kwamen langs spannende kasteelruïnes zoals St Ulrich.
Ribeauvillé bleek een sprookjesachtig dorp met vakwerkhuisjes zo kleurrijk dat het zeer deed aan de ogen. Hier namen we afscheid van de GR5, die ons vanaf Maastricht tot hier had gebracht. We doorkruisten het Rijndal naar Colmar, waarbij we onderweg aangevoerd door Marcel pootjebaadden in de Fechtrivier.

En nu genieten we van een rustdag in Colmar voordat we de Rijn zullen oversteken op weg naar het Schwarzwald. Anneke en Marcel zijn zojuist vertrokken met bestemming Deventer, dus nu zijn we weer op elkaar aangewezen...

A la prochaine!

Geen opmerkingen: