Zaten we een week geleden nog midden in het Hochschwarzwald, momenteel houden we een rustdag bij Frieda's broer in Hünenberg (bij Zug) in het Zwitserse "laagland". Dat betekent een beetje bijkletsen, de was doen en schrijven; buiten is het regenachtig dus het wandelen bewaren we graag voor een andere dag. De bergschoenen staan lekker te stinken op het balkon.
Een paar dagen geleden staken we opnieuw de Rijn over, ditmaal bij Waldshut, om ons zesde en op-1-na-laatste land, Zwitserland, binnen te wandelen. Vanaf dat moment volgden we de brede rivieren Aare en Reuss. Het pad leidt vaak door weelderige bossen langs steile oevers, terwijl het grijsgroene water met hoge snelheid voorbij stroomt.


Onderweg overnachtten we in het prachtige antieke Gasthof Adler in het dorpje Bannholz. We waren de enige gasten en hadden ook niet de indruk dat de vriendelijke, hardwerkende eigenaars er een riant bestaan aan overhielden.
Op weg naar het hoogstgelegen dorpje van het Schwarzwald, Höchenschwand, kwamen we diep in het bos een reddingswerker met Duitse herder tegen, op zoek naar een vermist persoon. Het signalement: man, 56 jaar, baard, spijkerbroek en geruit hemd. Even later zagen we zelfs een politiehelikopter en -auto's in de weer. Het bleek te gaan om een suïcidaal geval. De man was al meer dan 24 uur zoek. Triest... De dag ervoor hadden we ook al te maken met een dergelijk geval toen iemand zich voor de trein had gestort (en wij treinvertraging opliepen op weg naar een overnachtingsplaats).
In Waldshut zat het enige betaalbare hotel vol. Wij kwamen terecht op de camping, in een spartaanse kamer in een nieuw gebouw. Praktisch voor één nacht, zonder enige charme, maar wel met de Rijn vlak onder ons raam.
Zoals bekend is Zwitserland een duur land. Omgerekend 100 euro voor een hotelkamer is hier heel gewoon. Jeugdherbergen bieden uitkomst, al moeten we dan wel treinen of bussen nemen om er te komen, maar het openbaar vervoer is hier perfect. De jh van Brugg is gevestigd in een Bommelsteins kasteeltje met dikke stenen muren en zware houten trappen. Er was plaats op een gemengde zaal. Het was er niet druk, ondanks het jeugdfestival dat in die stad plaatsvond.
De jh van Baden is juist heel modern en gerieflijk, maar we kwamen wel op aparte (want niet-gemengde) zalen terecht. Beetje lastig als je maar 1 stuk zeep en 1 tube tandpasta bij je hebt. En gek om elkaar 's ochtends op de gang weer tegen het lijf te lopen.
Baden is trouwens een erg leuk stadje tegen een helling in een bocht in de Limmat.


Vanaf hier op naar het echte werk in de Alpen. Maar eerst laten we ons verwennen door Germ en Bea. Over ruim 2 weken hopen we de trein terug naar Nederland te nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten