dinsdag 13 december 2011

Aflevering 22

Fidenza, 6 september 2011

Gaan we het redden? Dat is na 3 dagen en 53 km lopen de grote vraag.

We hebben nu een rustdag in Fidenza ingelast, de laatste wat grotere stad voordat we de Apennijnen tegemoet gaan. Gisteren hadden we een etappe van 22 km vanaf Fiorenzuola, een aardige afstand over vlak terrein. Toch moest Johannes zich de laatste kilometers hiernaartoe slepen.
De lezer die hier verrast van opkijkt weet waarschijnlijk nog niet dat een jaar geleden bij Johannes MS is geconstateerd. Tijdens de vorige trajecten waren wij dus zelf ook nog onwetend van dit feit. Maar het verklaart wel de klachten aan zijn linkerbeen en de instabiliteit tijdens het lopen. Hoe dan ook, we gaan niets forceren. We hebben plannen B, C en D al bedacht. In ieder geval proberen we de dagetappes in te korten tot 10 a 15 km, als de slaapplaatsen dat toelaten. En als het niet gaat treedt plan X in werking: dan gaan we naar huis terug.

Terug naar de tocht. De Po-vlakte, daar zijn we nog steeds. Sind de laatste keer (2009) hebben de rijstvelden plaatsgemaakt voor maïs en tomaten en vriendelijke mensen voor zuur kijkende passanten. Het landschap is heel bijzonder met bochtende grindweggetjes, strak vormgegeven boerderijen, smalle kanaaltjes en bijna-droge rivierbeddingen. Bijna-droog omdat er net een weersomslag plaatsvindt: na weken van droogte met temperaturen van boven de 40 graden is het begonnen te regenen, afgewisseld met opklaringen (nog wel 30 graden) en felle buien. De vergezichten worden steeds helderder en de rivieren voller. Een paar keer moesten we een beek door de bedding oversteken, het ging nog net maar de volgende keer zullen de schoenen uit moeten.

Het lijkt alweer eeuwen geleden dat we in Piacenza aankwamen. Frieda had een goedkoop adresje geregeld, aldaar aangekomen werd er niet opengedaan. Er tegenover was een kapsalon, de kapster wist van niets maar wilde wel voor ons telefoneren. Helaas, het ons gegeven tel.nr. klopte niet. Toen ontdekte Johannes dat het adres een annex was van het VIP-hotel, het hotel waar we 2 jaar geleden tevergeefs naar hadden gezocht. Gelukkig gaf men daar wel thuis en na een half uurtje verscheen Emmanuelle op de fiets om ons binnen te laten. Met dank aan een heel behulpzame kapster, hoe waren we anders binnen gekomen?

De eerste 10 km wandelen ging langs een drukke 2-baansweg met een minimale berm plus diepe greppel ernaast. Dit was het stuk waar we ons vantevoren zorgen over hadden gemaakt. Het lopen was ook heel vervelend maar Frieda had thuis al bedacht om een veiligheidshesje (zo eentje met oplichtende banen) om de rugzak te doen. Dat gaf in ieder geval een veilig gevoel.
Langs het pelgrimspad de Via Francigena (VF) kun je steeds bij kerken en kloosters overnachten en zo klopten wij aan bij pastoor Fausto van Pontenure. De slaapruimte bleek de kleedkamer van een gymzaal echter zonder bedden dus op de kale tegels zouden we moeten slapen. Nu hebben we geen matrasjes mee (gewichtsbesparing) dus dat ging niet.

Toen heeft Fausto ons met zijn busje 3 km verderop gebracht naar een soort RK conferentiecentrum La Bellotta. Er was ook een groep van 25 Franse pelgrims, met de bus. We kregen als enigen een kamer in het bijgebouw, een barok paleisje van 3 verdiepingen met marmeren gangen, wenteltrappen en rondom een fraai park met diverse zithoekjes. Een perfect plekje!

De volgende dag werden we helaas op de verkeerde voet gezet. De VF-route wordt over het algemeen heel goed aangegeven met rood-witte balkjes en een enkel bordje. Maar bij een klein zijweggetje ging het mis, er stond alleen een witgekalkte pijl met VF erbij. Maar of dat wel klopte? Toen stopte er een auto waar zowaar een Indier uit stapte, de heer Singh met tulband en al. Hij vond het prachtig om zijn Engels weer eens te gebruiken. Druk pratend nodigde hij ons bij hem thuis uit voor een kopje thee wat we hebben afgeslagen bij gebrek aan tijd. En hij bezwoer ons het zijweggetje niet te nemen want het was 'blocked'. Dus wij liepen door op zoek naar de juiste afslag. Na meer dan een kilometer waren we bijna bij de drukke autoweg die we wilden vermijden! Toch maar terug en het 'blocked' weggetje in. Inderdaad, na 500 m was er een slagboom voor autoverkeer. Daar stapten we zo overheen. Het bleek de juiste route! In de belevingswereld van onze Indische vriend komt wandelen kennelijk niet voor...

Een van de leuke dingen van lopen naar Rome is dat je lotgenoten onmoet, iets wat tot nu toe zeldzaam bleek. Maar in Fiorenzuola deelden we het pelgrimsonderkomen (voorzien van stapelbedden en een badkamer) met 5 anderen: Rotterdammer Jan op stap met Claude uit Frankrijk, en Brabander Noud die opliep met de jonge Duitsers Leo en Max. Noud vertelde ons met glimoogjes: 'Ik wandel niet alleen maar met Onze-Lieve-Heer'. We zijn met z'n allen naar de pizzeria geweest waar de Brusselaar Thiery zich bij ons aansloot. Een gemeleerd gezelschap waarover meer in Johannes z'n derde boek! (De foto is van Noud)

Gisteren kwamen we door een betrekkelijk saai landschap. Hoogtepunt van de dag was de abdij Chiaravalle della Colomba met een prachtige kloostertuin.
Vlak voor Fidenza passeerden we de spoorlijn van de TGV (hier TAV). Daar hebben we een tijd staan wachten of er eentje voorbij wilde komen voor de foto (helaas niet). Het heeft waarschijnlijk bijgedragen aan Johannes z'n problemen.
Morgen gaan we verder, een korte etappe van 11 km de heuvels in. We zien wel hoe het loopt, op z'n pelgrims leven we bij de dag.

Geen opmerkingen: