dinsdag 13 december 2011

Aflevering 25

Colle di Val d'Elsa, 30 sept 2011

Momenteel hebben wij even niet het gevoel als armzalige pelgrims op een spirituele reis te zijn naar Rome, het lijkt wel een zonnige vakantie naar een warm mediterraan land.
Sinds anderhalve week trekken we door Toscane en dat is het meest ideale vakantiegebied dat je je kunt voorstellen, een prachtig landschap van ronde heuvels begroeid met wijngaarden, olijfbomen en cipressen, pittoreske stadjes op de toppen van de heuvels, goede wijn, heerlijk eten. We leven dan ook als god in Italie.

Toscane begon voor ons pas echt in Lucca, een van de mooiste en zeker ook gezelligste steden van het land. Het was trouwens wel even wennen, wekenlang waren we in tamelijke stilte van klooster tot klooster getrokken zonder toeristische beslommeringen maar wel met veel contact met hartelijke mensen.

Voorbeeld hiervan was in het dorpje Valpromaro waar we wilden overnachten in de Casa Canonica, een soort religieus gemeenschapscentrum. Toen we het dorp binnenmarcheerden herkende de beheerder Benito ons onmiddelijk als pelgrim en bracht ons met veel woorden en brede armgebaren onder in dit gebouw dat we helemaal voor onszelf alleen hadden. Hij had gezorgd voor pasta, sauzen, broodbeleg, melk, frisdrank, zodat in onze basisbehoeften voorzien was. Bij gebrek aan een restaurant kookten we ons eigen potje. Verder was er ook een wasmachine zodat Frieda de was kon doen die later vrolijk wapperde aan de waslijn in onze privetuin. Een minpunt: het wrakke stapelbed waarop Frieda doodsangsten uitstond met het idee dat ze tijdens een droom naar beneden zou storten, daarbij Johannes verpulverend. Of was dit Johannes z'n doodsangst?

Via een wandelpad langs de Serchio rivier wandelden we daarna rustig Lucca binnen. Daar werden we meteen ondergedompeld in een toeristenkermis zonder weerga. In deze stad kun je over de koppen wel lopen. Later op de avond hadden we de stad voor ons alleen waar niets de middeleeuwse sfeer verstoort. We hebben er een wandeling over de stadswallen gemaakt, een afstand van 4 km. Mooiste plein is de Piaza Amfiteatro met een volmaakt ovale vorm. In Lucca waren geen kloosters beschikbaar voor pellegrinos en sliepen we in het eenvoudige hotel La Torre van uitbater Marco, de eerste vloeiend Engels sprekende Italiaan die we troffen. Geen wonder omdat hij jaren in de States bleek te hebben gewoond.

Na Lucca belandden we in Altopascio, een aardig stadje met een fraaie St. Jacobskerk, een centrum voor middeleeuwse pelgrims. De plaatselijke monniken in die tijd begeleidden de pelgrims door de gevaarlijke moerassen die de stad omringden waar anders vele bedevaartsgangers naar Rome het leven zouden laten. Wij werden hier gehuisvest in een katholiek centrum de Foresteria. In het gastenboek stonden vele namen van lopers die we eerder ontmoet hadden en die ons inmiddels vooruit gesneld waren. Wij zijn meer van piano, piano. 's Avonds beleefden we zittend op het terras opnieuw een flinke onweersbui die het publiek naar binnen deed vluchten. Tenslotte zijn we maar gaan eten in een belendende pizzeria. Toen die ging sluiten moesten we toch nog door de regen naar huis, maar gelukkig hangen de daken van de meeste huizen over zodat we het redelijk droog hielden. Dat was tevens onze laatste bui. De laatste week genieten we van heerlijk nazomerweer met temperaturen van 25 tot 30 graden.

Na Altopasci liepen we door een saai vlak landschap naar Ponte a Cappiano waar we sliepen in een antieke poort, gebouwd op een brug. We hadden het gevoel in de Sneker waterpoort te slapen. Ook hier moesten we zelf koken aangezien het enige restaurant die avond gesloten bleek. Het werd een zeer simpel pelgrimsmenu van bruine bonen en doperwten uit blik (honger maakt blikbonen zoet). Vanaf het terras van de kroeg leerden we het plaatselijke dorpsleven goed kennen.
De volgende ochtend vertrokken we als gewoonlijk om 7 uur toen een sluier van mist nog over de velden hing. Op zo'n moment voelen we ons volledig gelukkig. Onze route voerde lange tijd over een grasdijk langs een kanaal die leidde naar de stad Fucecchio. Ook deze stad bezit een oud historisch centrum. Hier staken we de rivier de Arno over, op dit moment een onooglijk stroompje. De volledig vlakke route ging plotsklaps over in een bergetappe op weg naar ons doel, San Miniato, dat bestaat uit een verzameling paleizen, kerken en een kasteelruine bovenop een bergrichel.

We sliepen in het convento San Francesco waar we de beschikking kregen over een kloostercel met eigen douche en toilet, een kamer een driesterrenhotel waardig. We werden persoonlijk uitgenodigd om de mis bij te wonen en konden dat moeilijk afslaan. Het was de eerste katholieke mis in ons leven en het maakte wel indruk ook al konden we er geen woord van verstaan en begrepen we weinig van de rituelen. Na afloop was er een gezamenlijke maaltijd met de 7 aanwezige pelgrims en de 5 geestelijken die hier wonen. Na een overvoedige dis en de nodige wijn werd de sfeer steeds joliger en eindigde de avond in een volledige verbroedering tussen katholieken en protestanten.

Volgende keer meer over onze Toscaanse voettocht, die ons hopelijk over 2 dagen in Siena brengt!

Geen opmerkingen: