dinsdag 13 december 2011

Aflevering 23

Pontremoli, 15 september 2011

Toen wij de vorige rondzendbrief componeerden vreesden wij dat wij binnenkort de pijp aan Maarten zouden moeten geven als gevolg van Johannes z'n beenprobleem. Gelukkig zijn we er nog steeds. Johannes z'n linkerbeen is weer opgekalefaterd en we hebben zelfs gisteren onze hoogste Appenijnentop, de Cisa pas van 1041 m, bedwongen, dus er is hoop dat we toch Rome zullen bereiken. Wel hebben we enige aanpassingen doorgevoerd, zo lopen we gemiddeld minder kilometers per dag en bouwen we nog meer pauzes in. Maar gisteren ging het zo goed dat we zelfs 28 km afgelegd hebben van Berceto naar Pontremoli waar we vandaag een vrije dag hebben ingelast. Verder gaat alles prima. Het weer is ideaal en de route is uitstekend aangegeven. Op elk hoekpunt is de Via Francigena duidelijk gemarkeerd, soms zelfs met 3 verschillende bordjes tegelijk. Elke dag schijnt de zon volop en omdat het 's middags steeds ruim 30 graden wordt beginnen we elke dag voor 7 uur te wandelen en bouwen we 's middags een siesta in. Omdat het ontbijt hier meestal toch niets voorstelt of ontbreekt, lukt het heel goed vroeg te vertrekken.

Omdat de wandelroute vaak erg zwaar is en zo veel mogelijk beklimmingen en afdalingen over steile paden kent kiezen we de laatste dagen vaak de zgn. fietsroute die beter begaanbaar is en dus sneller. De Apennijnen (hoe spel je dat?) hebben we nu net achter ons gelaten. Ze leken qua hoogte kinderspel in vergelijking met de Alpen maar het verschil is dat de beklimmingen en afdalingen verraderlijker zijn. Geen keurige haarspeldbochten zoals in de Alpen maar veel supersteile afdalingen over paadjes met veel loszittend split zodat we bijna naar beneden roetsjten. Onze bergstokken komen nu heel goed van pas, die geven stabiliteit op dit soort paadjes.

Na Fidenza verlieten we de Po-vlakte en volgden eerst een heuvelachtig landschap van arcadische schoonheid met groene toppen en historische bergdorpjes waar de tijd stil is blijven staan. In het dorpje Cabriolo troffen we Flavio, een zelfkazende boer bij wie we een stuk overheerlijke Parmezaanse kaas gescoord hebben. Vervolgens kwam er een klim naar het gehucht Siccomonte met een jeugdherberg waar het wemelde van de kinderen die ons interessanter vonden dan hun speurtocht.
In Costamezzana overnachtten we in het plaatselijke parochiehuis bij Aldo, een norse brombeer als beheerder die steeds bleef controleren of we het licht wel uit hadden gedaan. In het naburige eetcafe de Eekhoorn aten we het speciaal voor ons bereidde pelgrimsmenu van groene gnocchi en met pannacotta voor een habbekrats.

De volgende dag kwamen we door een wijngaard waar een boer met een monstrueuze schudmachine bezig was de druiven te oogsten. En wij altijd maar denken dat dit handwerk was. Op weg naar Fornovo raakten we verdwaald in een moeras langs de Tarorivier maar dankzij de heersende droogte was dit grotendeels drooggevallen en konden we heelhuids de stad bereiken. We verloren daardoor echter zoveel tijd dat we veel te laat aankwamen in Fornovo waar we een kamer in het zusterhuis Villa Santa Maria hadden besproken.

Op weg erheen stopte plotseling een auto met gierende remmen. Het bleek Maria Teresa, de beheerster, die net was vertrokken omdat ze dacht dat wij niet meer zouden komen. Ze heeft ons om 9 uur 's avonds nog een heerlijke spaghettimaaltijd bereid. De sfeer was zo goed dat we hier 4 nachten gebleven zijn. Elke dag gingen we op en neer per bus naar de route zodat we onze bagage achter konden laten. Zelden hebben we zulke gastvrije mensen ontmoet, zoals Margareta, een Poolse engel, en Maria, een Togolese bengel. 's Avonds kregen we steeds een 4-gangenmenu voorgeschoteld en het kostte bijna niets. In Berceto daarentegen overnachtten we als enigen in een kil klooster, om somber van te worden.

Zo leren we het rijke Roomse leven goed kennen en beginnen we ons te onwikkelen tot ware pellegrino' s!

Geen opmerkingen: